Draadje voor draadje
Weven is een eeuwenoude techniek om textiel te maken. Hierbij zijn draden van onder naar boven opgespannen (schering) waar een draad van links naar rechts (of andersom) doorheen gebracht wordt (inslag). Daarna schuif je de ingevoerde draad tegen de eerder ingevoerde draden aan en zo ontstaat een weefsel. Echt draadje voor draadje dus. Hoe de draden elkaar kruisen heet de binding van een weefsel en hierin is veel variatie mogelijk. Toch zijn er maar 3 basisbindingen: linnenbinding; keperbinding en satijnbinding.
De draden kunnen van alles zijn; katoen; wol; zijde of minder voor de hand liggende materialen als papier; metaaldraad; hout of bijvoorbeeld afvalproducten. Er is (veel) variatie mogelijk in dikte van de garens; kleuren; openheid van de binding en stevigheid van het weefsel maar ook in weefpatronen en weeftechnieken.
Een weefgetouw is eigenlijk alleen een hulpmiddel om het makkelijk te maken om de inslagdraad door de scheringdraden te leiden. De schering is van onder naar boven of van achter naar voor opgespannen en alle scheringdraden zijn stuk voor stuk (letterlijk ;-) ) aan schachten verbonden.
Door enkele schachten omhoog te doen onstaat er een ruimte tussen de omhooggaande draden en de draden die blijven liggen en door die opening kan de inslag gevoerd worden met een zogenaamd schuitje of spoel.
Ik weef veel. Mijn productie ligt hoog. Voornamelijk met "gewone" maar zeer dunne garens
en ik hou van kleur. Mijn favoriete weeftechnieken zijn Zomer&Winter en dubbelweefsel.
Ik heb meerdere getouwen varierend van 2 schachten tot 32. Hierdoor heb ik veel patroonmogelijkheden.
Ontwerpen van de weefsels doe ik met WinWeef (Ned. computerprogramma) maar het weven zelf doe ik volledig mechanisch; nog (?) geen computergestuurd getouw voor mij.
Basisbindingen
linnenbinding
keperbinding
satijnbinding